door Mieke Rijkers
augustus 2022
Lodewijk XIV trekt bij Lobith Nederland binnen
Lodewijk XIV trekt bij Lobith Nederland binnen (Rijksmuseum Amsterdam)
Lodewijk XIV
Lodewijk XIV (Rijksmuseum Amsterdam)

Het rampjaar 1672

In de Republiek en in Breda

Dit jaar 350 jaar geleden zat Nederland, of beter gezegd de Republiek der Verenigde Nederlanden als een kat in het nauw. Het machtige Frankrijk van de Zonnekoning Lodewijk XIV dreigde met zijn bondgenoten het land binnen te vallen. 1672 is dan ook de geschiedenis ingegaan als het Rampjaar. Het volk was redeloos, de regering radeloos en het land daardoor reddeloos.

Wat een ramp!

Dit gold niet voor alle delen van het land. Voor de Baronie van Breda pakte dit alles een stuk minder rampzalig uit dan voor veel andere gebieden in de Republiek. Na een kort overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen in het Rampjaar 1672 is hier te lezen wat de Bredanaars van toen er wel van gemerkt zullen hebben.

De Republiek 

Johan de Witt
Johan de Witt (Rijksmuseum Amsterdam)

De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden bestond in die tijd uit zeven gewesten. Deze werden bestuurd door het college van de Staten-Generaal, waar al deze gewesten zitting in hadden. Onder de statenleden was raadpensionaris Johan de Witt vertegenwoordiger van het belangrijkste gewest Holland. Omdat er al sinds 1650 geen stadhouder meer was aangesteld, was hij de meest invloedrijke persoon van het land. De provincie Brabant telde niet echt mee. Het was niet één van de zeven maar was, evenals Limburg en Zeeuws-Vlaanderen, slechts een generaliteitsland. Dat wil zeggen dat de Brabanders geen vertegenwoordiger hadden in het landsbestuur en rechtstreeks vanuit Den Haag door de Staten-Generaal bestuurd werden.

Gouden Eeuw

In de eerste helft van de zeventiende eeuw was het Nederland economisch voor de wind gegaan. Niet voor niets is deze periode later de Gouden Eeuw gaan heten, al kwam dit ‘goud’ niet bij alle betrokkenen terecht. Dit succes in handel en welvaart was mede mogelijk gemaakt door de binnenlandse problemen van Engeland en Frankrijk. In de tweede helft van de eeuw kwam daar verandering in. Frankrijk en Engeland waren klaar om de economische (en politieke) koppositie weer over te nemen.

Het Rampjaar

Willem III
Willem III (Rijksmuseum Amsterdam)

Op 6 april 1672 verklaren Engeland en Frankrijk de Republiek der Verenigde Nederlanden de oorlog. Ze worden daarin gesteund door de prins-bisschoppen van Keulen en Münster. Admiraal Michiel de Ruijter weet de Engelsen op zee tegen te houden met een goed onderhouden oorlogsvloot, maar op 12 juni 1672 vallen de Fransen onder leiding van Lodewijk XIV vanuit het oosten het land binnen. Omdat er in de voorgaande jaren weinig geld is gegaan naar het Nederlandse (Staatse) landleger, worden Overijssel, Gelderland en Utrecht al snel bezet. De prins-bisschop van Münster, bijgenaamd ‘Bommen Berend’, trekt op naar Groningen. De regering is radeloos. Het wil zelfs Brabant en Limburg aanbieden aan Frankrijk in ruil voor vrede. Het land lijkt reddeloos en roept - na een stadhouderloze periode van 22 jaar - weer om de Oranjes. Willem III wordt benoemd tot stadhouder. Dit kan echter niet meer verhinderen dat het redeloze volk zijn woede koelt op de raadpensionaris Johan de Witt en zijn broer Cornelis, die volgens de massa deze ramp veroorzaakt hebben. Op 20 augustus 1672 worden zij door een menigte in Den Haag meedogenloos gelyncht.
Ondertussen rukt het Franse leger snel op. De Republiek heeft nog een laatste redmiddel: water. Van Amsterdam tot Brabant worden alle sluizen van de Hollandse Waterlinie opengezet. Het land loopt tot aan de Biesbosch onder water waardoor de vijandige legers niet verder kunnen. De Fransen worden zo tot staan gebracht.

Moord op gebroeders de Witt
Moord op gebroeders de Witt (Rijksmuseum Amsterdam)

Breda en omgeving

En wat betekent dit rampjaar voor Breda en de dorpen er direct omheen? 

Besluiten dorpsbestuur Princenhage, 1672
Besluiten dorpsbestuur Princenhage, 1672

Het oorlogsgeweld blijft hen gelukkig bespaard. Toch laten de archieven wel enkele andere onaangename gevolgen zien.

Oproepen voor het leger

Hoewel Brabant niet in de landelijke regering vertegenwoordigd is, moeten in 1672 ook de dorpen en steden in Brabant manschappen voor het Staatse leger leveren. Per plaats wordt er een lijst opgesteld van alle gezonde mannen en daarvan moet vervolgens elke tiende man worden ingelijfd in het Staatse leger. Het dorpsbestuur van Princenhage schrikt daar behoorlijk van. Het stuurt meteen iemand naar Den Haag om te laten weten dat zij niet zoveel mensen kunnen missen. Het dorpsbestuur zegt nyet te connen resolveren ende in conscientie nyet te connen dragen de gemeente soodanigen swaren last opt te leggen. Zij willen liever geen huishoudens opbreken, de man van hare vrouwen ende kinderen te jagen, ende kinderen van hare ouders en zijn bang het dorp hiermee totaal te ontwrichten.

Overlast van soldaten

Resolutie van de magistraat van Breda, 1672
Resolutie van de magistraat van Breda, 1672

Ook het stadsbestuur van Breda maakt zich zorgen. In juni 1672 sturen zij eerst Jacob van Bergen naar de Prins en vervolgens burgemeester Van der Strepen naar Den Haag om te klagen over de slechte toestand van het garnizoen en de wanbetaling van de soldaten. Omdat er ongeregeldheden ontstaan tussen burgers en militie, ordonneert de stad dat niemant van de borgeren sal vermogen aen imant van het guarnisoen sijne handen te leggen of deselve met stock of ander offensief geweer te slaen of stooten.

Of dit verbod helpt, is niet bekend, maar wanneer de eigen manschappen naar het noorden zijn gestuurd, komen er 900 Spanjaarden voor in de plaats om de vesting Breda te verdedigen. Nog geen 25 jaar na de Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje, werken de Nederlanden en de Spaanse koning alweer samen tegen de Franse koning Lodewijk XIV. Het is nu eenmaal zo dat niets zo verbindt als een gemeenschappelijke vijand.

Oorlogsbetalingen

Soldaten overvallen en plunderen een dorp
Soldaten overvallen en plunderen een dorp (Rijksmuseum Amsterdam)

Breda en de direct omliggende dorpen blijft oorlogsgeweld van de vijandige legers gelukkig bespaard maar het komt wel dichtbij! Zoals gezegd valt Lodewijk XIV het land binnen via het oosten en ook de betrokken Duitse bisschoppen trekken op vanuit die richting. Verder naar het oosten heeft Brabant wel degelijk last van de oorlog. In de zomer van 1672 trekken Franse troepen plunderend en brandschattend door het gebied. Ook aan de Baronie leggen de Fransen ‘contributien’ op. Aanvankelijk aarzelt de landsvergadering van de Baronie om die te betalen. Maar nadat in Oosterhout en vooral in Dongen een groot aantal huizen in brand zijn gestoken, haast de Baronie zich om aan haar verplichtingen te voldoen. In het archief van het dorpsbestuur van Teteringen is nog een opgave te vinden van een flink bedrag (15.000 gulden) aan betalinge aende Fransche contributien wegens het Dorp van Teteringh gedaen aende conink van Vrankrijck, dat Teteringen als haar deel betaalde.

Dienstplicht, schade van plunderende soldaten en oorlogsbetalingen hebben 1672 dus ook voor Breda en directe omgeving een rampzalig jaar gemaakt. Voor hen was het – net als voor de hele Republiek - een grote opluchting dat de meeste Franse troepen in 1673 terugkeerden naar Frankrijk. Maar pas met de Vrede van Nijmegen in 1678 komt er officieel een einde aan de oorlog tussen Frankrijk en de Republiek der Verenigde Nederlanden.  

 

Lees hier alle Bredase verhalen.