Toelichting huizenonderzoek

Voordat je begint is het nuttig om je te realiseren dat huizenonderzoek eigenlijk uit drie deelonderzoeken bestaat. Je kunt onderzoeken:
1. van wie het huis was (eigenaren)
2. wie er woonden (bewoners)
3. en wat er met het gebouw en de omgeving zelf is gebeurd (gebouw en omgeving)
Verder willen wij je erop wijzen dat er grote verschillen zijn in de periode van voor 1800 en daarna. Vóór 1800 zijn de bronnen veel onvollediger en meer divers dan daarna. Het onderzoek naar die periode zal dan ook lastiger zijn.

1. Eigenaren

Het kadaster
Het kadaster is de belangrijkste bron om de eigenaar van een huis te vinden. Deze landelijke dienst is in het begin van de negentiende eeuw in het leven geroepen om een duidelijke basis te hebben voor de grondbelasting. Voor Breda en omliggende dorpen dateren de eerste kadasterkaarten, de zogenaamde minuutplannen, uit 1824. Dit minuutplan was een nauwkeurige kaart waarop alle percelen in de gemeente, werden aangeduid met een nummer. In een bijbehorende lijst (OAT) stonden per perceelnummer de eigenaren opgesomd.
Omdat men ook wilde weten hoeveel percelen elke eigenaar had, legde het kadaster vervolgens de kadastrale leggers aan. Dit waren boeken met per bladzijde een eigenaar met al zijn percelen. Elke eigenaar werd aangeduid met een artikelnummer.

Het Stadsarchief Breda heeft de eerste minuutplannen van 1824, van Breda en de omliggende dorpen, met de bijbehorende eigenaren beschikbaar op microfiche. Ook de kadastrale leggers tot ongeveer de jaren vijftig zijn op microfiche in te zien op de studiezaal.
Sinds dit jaar kan je op de studiezaal ook de Archiefviewer van het Kadaster raadplegen. Het kadaster is nu gemakkelijker te raadplegen.

De pondboeken
Voor 1800 d.w.z. vóór de periode van het kadaster, zijn de pondboeken een belangrijke bron om een eigenaar op te sporen. In de pondboeken zijn de huizen van de stad geregistreerd met de eigenaren en bewoners/verhuurders, met aantekening van de betaling van diverse belastingen.

Kopieën van de pondboeken over de perioden 1644-1810 zijn te raadplegen op de studiezaal.

Archief van de Schepenbank en het notarieel archief
In de schepenbank en het notarieel archief kun je ook op zoek gaan naar eigenaren. Vóór 1811 registreerde de lokale rechtbank, de schepenbank, de koop en verkoop van huizen en landerijen. In Breda en omgeving spreken we van vestbrieven: akten waarin de schepenbank de overdracht van onroerende zaken in haar rechtsgebied vastlegde (vesten-vast maken in rechte). De koop zelf was vooraf al mondeling of (soms) bij een notaris geregeld.
Sinds 1811 maken notarissen de akten van overdracht van een huis of landerijen op. Zij waren verplicht om per jaar repertoria bij te houden. Dit waren lijsten van alle aktes die zij dat jaar hadden opgesteld met een korte omschrijving van zaak en betrokken partijen.

Het merendeel van de vestbrieven en notariële akten zijn digitaal toegankelijk via de collectie notariële archieven op onze website.

2. Bewoners

Het bevolkingsregister
De eigenaren van een pand zijn niet altijd ook de bewoners. Die kun je vinden in het bevolkingsregister. Vanaf 1850 tot ongeveer 1920 geeft deze bevolkingsadministratie een nauwkeurige opgave van de woningen met de opeenvolgende bewoners. Van de bewoners vermeldt deze administratie onder meer het beroep, leeftijd, godsdienst en de geboorteplaats. De alfabetisch geordende gezins- en alleenstaandenkaarten van na 1920 zijn vanwege de nieuwe privacywetgeving niet meer beschikbaar via onze site.

Het bevolkingsregister van Breda en omliggende dorpen is opgenomen in de collectie genealogische bronnen op deze website. Je kunt daarin op naam zoeken. Bij huizenonderzoek wil je echter meestal op adres zoeken. Daarvoor kan je terecht op de studiezaal. Daar staat het bevolkingsregister van 1850 tot 1920 op microfiche, gerangschikt op wijk- of huisnummer. Ook de gezinskaarten zijn op de studiezaal te raadplegen.

De adresboeken
Adresboeken zijn commerciële uitgaven gebaseerd op het bevolkingsregister. Ze zijn later verdrongen door telefoonboeken. Adresboeken geven alfabetisch de namen en beroepen van de hoofdbewoners van de huizen, maar niet van de inwonende kamerbewoners. Van 1881 tot 1965 is vaak ook een overzicht per straat van hoofdbewoners opgenomen.

Kopieën van de adresboeken zijn raadpleegbaar op de studiezaal. Zij zijn ook in te zien via de website.

Wijk- en huisnummers
De gemeente Breda kende tot 1897 een wijknummering, daarna een nummering per straat. Voor de omliggende gemeenten lag de overgang van wijk- naar straatnummering ná 1945.
Bestonden huizen al voor 1810 dan kun je via de overzichten, van een wijknummer teruggaan naar het pondboeknummer van de Bredase huizen in de zeventiende en achttiende eeuw.

De concordanties die wijk- en huisnummers (en eventueel pondboeknummers) verbinden, vind je op de studiezaal en op onze website.

3. Gebouw en omgeving

Bouwtekeningen
In de tweede helft van de negentiende eeuw nam de stadsbevolking enorm toe. Dit werd opgevangen door huizen die niet altijd even bewoonbaar waren. De Woningwet van 1901 zorgde voor landelijke regels voor bouwen. Van huizen die na die tijd gebouwd zijn, is de kans groot dat er in het archief een bouwvergunning aanwezig is.

Bouwtekeningen van voor 1996 zijn grotendeels gedigitaliseerd en op te vragen via een formulier bij bouwdossiers op onze site. Bouwtekeningen na 1996 kun je aanvragen via de site van de gemeente Breda 'Bouwen, verbouwen en wonen'.

Bouwkundige rapporten
Van een flink aantal panden binnen de gemeente, is er een rapport over de bouwhistorie in onze bibliotheek aanwezig.

Overige bronnen
Dat brengt ons vanzelf op een bron die je beslist niet over het hoofd mag zien. In de collectie Boeken, tijdschriften en krantenartikelen van het Stadsarchief Breda kun je over veel huizen, straten en wijken publicaties vinden. Ook de verzameling Foto’s en Films die je op onze website kunt raadplegen, bevat een groot aantal afbeeldingen van straten, huizen en wijken. Wij wensen je een spannende zoektocht!