Archieven tot 1811

Vanaf de middeleeuwen werden notarissen in Nederland aangesteld door kerkelijke of wereldlijke overheden. Deze functionarissen waren bevoegd om akten op te stellen die bewijskracht bezaten. De notarissen waren verplicht om een protocol bij te houden van de door hen opgestelde akten. 

Een notariële minuut is een door de partijen getekende versie van de akte (moederexemplaar). Aan de hand van de minuut kon de rechtsgeldigheid van de door de notaris afgegeven akte (‘grosse’, het niet door de partijen ondertekend afschrift) achteraf bewezen worden. De notariële protocollen zijn in Breda vanaf het einde van de 16e eeuw grotendeels bewaard gebleven.

Omdat de schepenbanken op het gebied van de rechtspraak zelf veel rechtshandelingen verrichtten, zijn niet alle soorten akten bij de notarissen te vinden. Zo was vastlegging van handelingen die betrekking hadden op de overdracht van onroerend goed een taak voor de schepenbank en niet voor de notaris. Tot de notariële akten horen onder meer: testamenten, huwelijkse voorwaarden, substituties (vervanging in rechte), akten van volmacht, verklaringen, koop en huurzaken.

Breda maakte van 1810-1813 deel uit van het Franse keizerrijk. Daarom werd op 1 januari 1811 de Franse wet op het notarisambt van 16 maart 1803 van kracht. Vanaf toen ging het opmaken van akten op het gebied van vrijwillige rechtspraak voor het grootste deel over naar de notarissen. De Franse wet van 1803 werd in Nederland in 1842 vervangen door een nieuwe wet.

Aanwezig bij Stadsarchief Breda voor de periode tot 1811:

  • Notariële archieven Breda, 1543-1810
  • Notariële archieven Ginneken-Bavel: geen notarissen residerend in deze periode.
  • Notariële archieven Princenhage: 1623-1631
  • Notariële archieven Teteringen: 1808-1810

De indexgegevens van Breda en Teteringen (periode ca. 1543-1810) zijn opgenomen in onze genealogische bronnen.

Archieven vanaf 1811

De wetgeving op het notarisambt schreef voor dat notarissen repertoires moesten maken. Hierin werden (per jaar, in chronologische volgorde) de opgestelde akten met de namen van de hoofdpartijen genoteerd. De notarissen zelf maakten geen alfabetische toegangen op naam. 

Het aktenummer in het repertorium komt overeen met het aktenummer in de serie minuutakten van dat jaar. Voor zover de toegang op naam gesteld in hedendaags schrift nog niet beschikbaar is, zijn de repertoria de ingang op de notariële archieven. Meerdere akten die over één zaak gaan, werden soms bij elkaar gehouden; de jongste akte is dan terug te vinden onder het nummer van de oudste akte.

Van de meeste akten gaf de notaris een afschrift (grosse) aan de belanghebbende partijen. In sommige gevallen mocht hij ook de originele, door de partijen ondertekende akte afgeven. Zo’n akte staat in het repertoire vermeld onder het kopje ‘en brevet’. De akte zelf zit dus niet in de serie minuutakten. De notariële akten handelen over vele zaken. Van belang zijn met name de familiezaken en de zaken rond (on)roerend zaken. De minuutakten en repertoires van 1811-1813 zijn in het Frans geschreven.

De indexgegevens van de partijen voor de volgende periodes zijn opgenomen in onze genealogische bronnen:

  • Breda: 1811-1842
  • Ginneken-Bavel: 1811-1841
  • Princenhage: 1814-1905
  • Teteringen: 1811-1905

Notariële akten zijn na 75 jaar openbaar.

Downloaden

Wanneer je een notariële akte op naam hebt gevonden, verschijnen de gegevens én de eerste pagina van de akte waarop de naam wordt genoemd. Je kunt deze downloaden. Aktes die uit meerdere pagina’s bestaan, kun je alleen per pagina downloaden. Om de volgende pagina’s te bereiken kunt u onderaan de pagina doorbladeren.

Meer toelichting:
Genealogisch onderzoek
Huizenonderzoek