door Ingrid Jansen
19 mei 2022
Op 19 mei werd in aanwezigheid van zijn familie en de burgemeester van Breda een struikelsteen gelegd voor Gerhard van de Rhoer, een van de vele holocaustslachtoffers. Dit artikel is gewijd aan het leven van Gerhard tot aan zijn deportatie.
Jeugd
Gerhard wordt geboren in 1884 in het kinderrijke gezin van Abraham en Matje. Zijn vader is koopman van beroep. Het gezin woont in Meppel en maakt onderdeel uit van een middelgrote Joodse gemeente. Gerhard vertrekt in 1907 uit Meppel en woont en werkt achtereenvolgens in Den Bosch en Amsterdam om zich in 1909 in Rotterdam te vestigen. Op 26 juni 1912 trouwt Gerhard met Regina Druijf (Meppel, 16 augustus 1888 – Breda, 9 november 1967). Het echtpaar krijgt twee kinderen: Abraham (1914-2003) en Leo Johan (1919-1994).
De oorlog begint
Bij het uitbreken van de oorlog woont Gerhard nog in Rotterdam. Bij het bombardement van 14 mei 1940 wordt ook het bedrijfspand van Van de Rhoer geraakt. De familie drijft een onderneming in schoenen en pantoffels aan de Delftschestraat. Gerhard en zijn gezin proberen naar Engeland te vluchten.
Het plan mislukt, maar de familie raapt de moed bijeen: een paar maanden later, in augustus, vestigt Gerhard zich met zijn echtgenote Regina en hun jongste zoon Leo Johan in Breda aan de Julianalaan 73 (tijdens de Tweede Wereldoorlog laat de bezetter de straatnaam wijzingen naar Westerlaan).
In juni 1942 is Gerhard in hemdsmouwen in de tuin aan het werk. De buurvrouw, een Duitse, ziet dat hij zijn jasje, waar de Jodenster op zit, niet aan heeft en waarschuwt de Sicherheitsdienst. Gerhard wordt opgepakt, opgesloten in het Huis van Bewaring en van daaruit op 3 juli 1942 naar Kamp Haaren gebracht. Hij is daar gevangene nummer 223. Korte tijd later brengt de bezetter hem over naar kamp Amersfoort.
Eind augustus 1942 worden alle Joodse inwoners van Breda opgeroepen om zich op 28 augustus te melden bij een verzamelplaats aan de Oude Vest. De oproepbrieven voor het gezin Van de Rhoer kunnen echter niet worden uitgereikt. De politie rapporteert als volgt:
Regina VAN DE RHOER-DRUIJF, Westerlaan 73. No.9/34. Is op 27 augustus 1942 met een reisvergunning vertrokken, vermoedelijk naar Amsterdam, adres onbekend.
Leo Johan VAN DE RHOER, Westerlaan 73. No.9/35. Is sedert enige tijd spoorloos.
Gerhard VAN DE RHOER, Westerlaan 73. No.9/32. Verblijft in kamp te Amersfoort.
Regina en Leo Johan verdwijnen dus van de radar en overleven (zo) de oorlog. Gerhard daarentegen wordt vanuit kamp Amersfoort naar Mauthausen gedeporteerd, waar hij op 30 oktober 1942 op de leeftijd van 58 jaar omkomt.
Nabestaanden
Na de oorlog vestigen zowel Regina als haar oudste zoon Abraham zich weer in Breda: Regina aan de Generaal van de Plaatstraat en Abraham, als pianoleraar, aan de Franklin Rooseveltlaan. De familie toont zich veerkrachtig. In de Bredasche Courant van 26 augustus 1946 plaatst mevrouw Van de Rhoer-Druijf een advertentie voor een werkster. Ook zien we in het adresboek van 1947 de NV Van de Rhoer, pantoffelfabriek, terug. Leo Johan moet dan ook weer in Breda wonen want hij wordt in september 1947 lid van de plaatselijke demobilisatieraad, als vertegenwoordiger van de Bond voor Ex-Politieke Gevangenen (Expogé). Daarnaast zijn de broers Abraham en Leo Johan actief binnen de Bredase tenniswereld. Allen blijven tot aan hun dood in Breda wonen.
Klik hier als je meer wilt weten over de Jodenvervolging in Breda.
Bronnen:
Stadsarchief Breda: ARCO43.2 inventarisnummer 850c
Stadsarchief Breda: Verslag van de toestand der gemeente 1941-1947 p. 39
Stadsarchief Breda: Adresboek Breda 1947
Bak, P., Een oord van bang wachten, Kamp Haaren 1941 – 1944 (2018)
Bakker, J. in Jaarboek De Oranjeboom 2001 p.359
www.wiewaswie.nl
Lees hier alle Bredase verhalen.